De eerste aalscholver!
De eerste aalscholver!

De eerste aalscholver!

D’n Aalscholver

Je moet je voorstellen, wij komen uit een dorp. Een groot dorp, maar toch een dorp. Het bier dat we hier sinds heugenis dronken was steevast dat van de brouwerij tien kilometer verderop, in Lieshout. Iets anders werd hier niet genuttigd, tenminste, niet door ons. En eigenlijk door niemand die wij kenden. Je zag die hardnekkige eenkennigheid ook terug in de supermarkt, waar het Lieshouts bier, dat als enige in de wereld verkocht werd in handige, strakblauwe kratjes van twaalf in plaats van vierentwintig flesjes, jarenlang oververtegenwoordigd was in de schappen. Pils van de groene grootmacht uit Amsterdam; lustten we niet. Het Twentse brouwsel in een aanstellerige beugelfles; veel te bitter. Nee, het was Lieshouts gerstenat voor en Lieshouts gerstenat na. En daarover werd niet getwijfeld.

Dus de verwarring was groot, toen Jeroen, op een avond nog niet eens zo heel lang geleden, aankondigde dat hij samen met Rolf iets nieuws ging proberen. ‘Zelf bier brouwen? Waarom?’, vroegen wij hem in koor. Want je gaat toch potverdorie ook niet zelf tomaten kweken, of spaghettislierten fabriceren? En bovendien, wat was er mis met Lieshout? We hadden het toch goed?

Maar het besluit stond vast; er moest en zou gebrouwd worden. Eerst dachten wij nog, daar horen we nooit meer iets van. Gewoon niet meer naar vragen, dit waait over. Maar het duurde niet lang of de eerste, haastig genomen foto’s van een samenzweerderig ritueel werden gedeeld in de groepsapp. Beelden van Rolf, roerend in een zilverkleurige, gebutste ketel. De walm die eruit opsteeg moest onderstrepen dat het hier om serious business ging. Jeroen die met een thermometer in de weer is, gefocust als een roofdier die een prooi in het vizier heeft, maar toch met een sluiks glimlachje op zijn gezicht dat uitstraalde dat hij intens aan het genieten was van zijn project.

En wat konden wij anders doen, dan het project van onze twee vrienden stevig omarmen? Waren ze een hobby-carrière in de porno-industrie begonnen, dan nog hadden we ze op de voet gevolgd en, desnoods gespeeld, hun stappen in die wereld enthousiast aangemoedigd. Het was eigenlijk maar goed dus, dat het deze keer bij het brouwen van onze favoriete drank bleef. En we waren ondertussen natuurlijk benieuwd naar het eindresultaat. Kom maar op met dat brouwsel! Ons geduld werd op de proef gesteld. Goed werk heeft tijd nodig, bleef Jeroen ons gerust stellen. Rolf voegde daar dan op uiterst serieuze toon aan toe dat ‘bier brouwen toch wel even iets anders is dan een ei koken’.

Uiteindelijk, na maanden waarin dat bier lag te schroten en te mouten, te klaren en te gisten, werden we uitgenodigd bij Rolf thuis. Proefavond. De aanhang mocht ook mee komen, om de ceremoniële tint van deze gebeurtenis extra te versterken. De vers gebottelde flessen, met etiket, werden op tafel gezet, waarmee de naam van de brouwerij onthuld werd: D’n Aalscholver. D’n Aalscholver? Er volgde een uitgebreide speech van Rolf, waarin hij uitlegde waar die naam vandaan komt. En we vonden het prachtig, mooi bedacht, schitterend verhaal. Ah, ook nog gedetailleerde uitleg over het brouwproces, natuurlijk, moet kunnen ja…  Maar we wilden proeven, dat bier over onze tong, in de vurige hoop dat het in godsnaam een klein beetje leek op wat we kenden, uit Lieshout.

En verdomd, toen eenmaal de kroonkurken van een stuk of wat flessen Aalscholverbier werden geslagen, en bij inschenking bleek dat het gerstenat ook nog eens echt de kleur van bier had, werden we zelfs een beetje zenuwachtig. Toen de eerste slok, allemaal tegelijk. De twee brouwers niet aan durven kijken terwijl een ferme eerste slok in de mond stroomt. De eerste smaak, het proeven, niet meteen doorslikken, even door de mond, en dan…

Het is natuurlijk een onvervalst cliché om hier te zeggen dat we nog nooit zo’n heerlijk bier hadden gedronken, maar… we hadden nog nooit zo’n heerlijk bier gedronken. Deze tripel, deze eerste Aalscholver, smaakte zoals een tripel moet smaken. Dat was al mooi. Maar we proefden ook de toewijding en misschien vooral de vriendschap die de twee brouwers in dit project hadden gestoken. Dit was gemeend bier, dit was eerlijk bier.

Er zijn inmiddels een stuk of zes verschillende Aalscholvers gebrouwen, en ze blijven komen. Telkens kijken wij er reikhalzend naar uit, en steeds blijkt het een bijzonder bier. Dat ze nog maar lang mogen blijven brouwen, die twee.

“Serious business, bier brouwen is toch wel even iets anders dan een ei koken”

Print Friendly, PDF & Email

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »